CLIL in het lager onderwijs
CLIL in het lager onderwijs_vervolg
Onderzoeksdomeinen
Onderzoek leert dat meertalig onderwijs een positieve impact heeft op het leer- en ontwikkelingsproces van leerlingen. De leeftijd waarop kinderen worden blootgesteld aan een tweede (of derde) taal heeft een sterke invloed op het neurologische rijpingsproces van het kind (Van De Craen, 2009; Mondt et al., 2011). Hoe vroeger het kind een tweede taal leert, hoe groter de invloed op zijn hersenontwikkeling en hoe beter ook de taalverwerving als er voldoende taalcontact is. Op school kan je dat taalcontact en dus de effectiviteit van taalonderwijs vergroten via CLIL (Peters, 2021). Zowel uit nationaal als internationaal onderzoek blijkt dat de CLIL-methode veel betere resultaten oplevert ten opzichte van het ‘traditionelere’ vreemdetalenonderwijs.
Een voorbeeld hiervan is een recent Zwitsers onderzoek dat aantoonde dat kinderen die in het lager onderwijs CLIL hadden gevolgd, een aanzienlijke voorsprong hadden in taalvaardigheid (Peters, 2021). Taalontwikkelend lesgeven, (inter)actieve werkvormen en communicatie spelen hierbij een sleutelrol. (Allain et al., 2005; Van de Craen, 2009; Van de Craen & Surmont, 2017; Lorenzo et al., 2010). Net omwille van de grote voordelen die de CLIL-didactiek biedt, kreeg het al in vele Europese lagere scholen een plaats. In tegenstelling tot het secundair onderwijs in Vlaanderen, is er beleidsmatig nog geen kader om CLIL te implementeren in het lager onderwijs, ook al merken we in de praktijk dat leraren en directies vragende partij zijn. Ook de Europese Unie promoot meertalig onderwijs. Uit recent onderzoek blijkt dat de meeste lidstaten gehoor geven aan de oproep om steeds meer in te zetten op vroeg vreemdetalenonderwijs. Vlaanderen start volgens hetzelfde onderzoek hier vrij laat mee (Hooft et al., 2019). In het PWO-project ‘CLIL in het lager onderwijs’ gingen we met een groep leraren aan de slag om CLIL te implementeren in het lager onderwijs in Vlaanderen. Hierbij brachten we hun percepties t.a.v. CLIL en hun bekommernissen in kaart (evenals die van hun leerlingen en ouders) en ondersteunden we hen bij het vormgeven en uittesten van lessen in CLIL.
Uit de bevraging bleek onder meer de hoge nood aan ondersteuning voor brede evaluatie, wat beaamd wordt in de literatuur (Vanbuel, 2023). In dit vervolgproject willen we dan ook tegemoet komen aan de nood van leraren aan een helder kader en een concrete aanpak om te evalueren binnen CLIL.
Vragen als ‘Op welke manier kunnen we zowel de inhoudelijke doelen als het taalverwervingsproces in kaart brengen? Hoe kunnen we breed evalueren binnnen CLIL? Welke moeilijkheden ervaren leraren bij het evalueren in CLIL? Welke onzekerheden of belemmeringen hebben ze hierbij’ staan centraal.
We reiken leraren bijgevolg concrete handvatten aan om te evalueren in CLIL. Hiertoe breiden we onze professionele leergemeenschap uit waarbij we op basis van ‘joint learning’ komen tot enkele good practices. Daarnaast ondersteunen we leraren en scholen bij het (verder) implementeren van CLIL in hun school. Verschillende studies bevestigen immers de noodzakelijkheid van een brede CLILdidactische vorming van de leraren voor een sterk meertalig talenbeleid (Hilligsmann, 2017; Vanbuel, 2023).
Ten slotte inventariseren we kwaliteitsvolle praktijkvoorbeelden vanuit een helder kader om breed te evalueren in CLIL. Dit zullen we verspreiden aan de hand van een publicatie zodat ook andere leraren geïnspireerd worden om met CLIL aan de slag te gaan.