Onderzoek DEXA algoritmes
VIVES onderzoeksproject: Onderzoek naar de toepasbaarheid van de huidige DEXA algoritmes in relatie tot een skinfold analyse voor de bepaling van de lichaamssamenstelling sporters.
Recreatie en wedstrijdsporters hechten steeds meer belang aan hun fysieke fitheid. Vaak doen ze een beroep op externen om zich professioneel te laten ondersteunen in functie van hun voeding, gewicht en lichaamssamenstelling. Een techniek om de lichaamssamenstelling te bepalen betreft een meting aan de hand van een DEXA scanner (Dual-Energy X-ray Absorptiometry).
Studies tonen aan dat dergelijke methode een hoge validiteit en betrouwbaarheid heeft om het vetpercentage van een individu te bepalen. Uit de praktijk blijkt echter dat de afname van een DEXA-scan nog belemmeringen met zich meebrengt indien het vetpercentage van een sporter bepaald dient te worden. De algoritmes binnen deze toestellen zijn afgestemd op de algemene populatie, met gevolg dat de parameters van sporters binnen deze database afwijken en hun vetpercentage vaak overschat wordt.
Op basis van deze metingen worden conclusies genomen en specifieke richtlijnen opgesteld om een sporter verder te gaan begeleiden. Als de resultaten van de meting niet representatief zijn voor de doelgroep ontstaat de kans op verkeerd advies in het belang van de sporter. Via dit onderzoek wensen we explorerend na te gaan op welke manier sporters zich in realiteit verhouden ten opzichte van het huidig opgestelde algoritme die bij de DEXA scan gehanteerd wordt. Dit aan de hand van een vergelijkende studie, waarin de DEXA-scan resultaten worden afgemeten met de resultaten van een tweede methodiek om de lichaamssamenstelling in kaart te brengen, namelijk een skinfold analyse. De skinfold analyse betreft een betrouwbare handmatige techniek, waarbij het onderhuids lichaamsvet van een individu in kaart wordt gebracht. De correlatie tussen beide methodieken werd nagegaan, om op deze manier een meer representatieve weergave van het vetpercentage te verkrijgen, indien een DEXA-scan zou worden uitgevoerd.
Binnen deze studie werden 72 sporters gerekruteerd om deel te nemen aan beide metingen. Dit betrof sporters uit verschillende sporttakken, wielrenners, lopers, voetballers, etc, gezien uit de literatuur naar voor komt dat de algemene lichaamssamenstelling kan verschillen per sportdiscipline.
Uit de resultaten kwam naar voor dat er een verband kan worden gevonden tussen de resultaten van de DEXA-analyse en de skinfold analyse, indien rekening gehouden werd met de co-variaat visceraal vetweefsel (gemeten aan de hand van de DEXA-scan). Echter beide toestellen brengen elk hun afzonderlijke meerwaarde met zich mee om de lichaamssamenstelling van een sporter in kaart te brengen. Zo brengt een DEXA-analyse, naast het visceraal vetweefsel, inzicht in de verdeling van de vet- en spiermassa over het lichaam en brengt alsook de botdensiteit van een sporter in kaart. Aan de hand van de skinfold analyse kan de botstructuur van een sporter in kaart gebracht worden, alsook de antropometrische waarden en bouw van het lichaam.
Als conclusie kan worden gesteld, dat metingen betreffende lichaamssamenstelling bij voorkeur niet gebaseerd worden op het resultaat van één enkele techniek. Het combineren van beide technieken en samenbrengen van de resultaten uit beide metingen brengt een meer realistisch beeld van de werkelijke lichaamssamenstelling van een sporter. Indien de combinatie van beide binnen de praktijk uitgevoerd wordt, kan dit leiden tot meer afgestemd advies op maat, rekening houdend met de diverse factoren.