Studenten ecotechnologie VIVES Kortrijk buigen zich over klimaatverandering en duurzaamheid
![studenten ecotechnologie](/sites/default/files/styles/container_full_small/public/uploads/images/ecotechnologie.png?itok=Iu4Wm7zg)
Werken aan een beter klimaat en duurzaamheid is een internationale aangelegenheid maar begint toch voor de eigen deur. En daarin kunnen ecotechnologen een adviserende en ondersteunende rol spelen. Dat blijkt tijdens een gesprek met vijf studenten ecotechnologie aan VIVES Kortrijk.
“De opleiding ecotechnologie richt zich tot studenten die de zorg voor het klimaat willen dragen en een voortrekkersrol willen spelen om in bedrijven of andere organisaties de ecologische footprint van producten, processen en diensten te verkleinen”, aldus opleidingshoofd Nele Pinket. “Ze brengen de ecologische uitdagingen in kaart en bieden tegelijkertijd economische en maatschappelijk verantwoorde oplossingen.”
De ecotechnoloog wil een duurzaam leefklimaat ontwikkelen in steden en gemeenten, en meewerken aan een energie-efficiëntere, schonere bedrijfsvoering. Ze helpen de milieu-impact van materialen over de volledige levenscyclus verkleinen en dragen bij tot duurzaam bouwen en wonen.
Klimaatmarsen
We brachten vijf tweedejaarsstudenten rond de tafel en daarbij kwamen uiteenlopende thema’s aan bod. “Met de klimaatmarsen wordt duurzaamheid nu wat opgedrongen aan het brede publiek. De laatste tien jaar waren warmer dan de vijftig jaar daarvoor maar wat als het de volgende tien jaar kouder wordt? Dan verliest men aan geloofwaardigheid. Men spreekt altijd van klimaatopwarming maar in realiteit gaat het om klimaatverandering”, aldus Lowie Duyvejonck uit Waregem.
Lowie ziet in de mobiliteit een medeoorzaak van het probleem. “De overheid spendeert miljarden aan de capaciteitsverhoging van autowegen maar we zouden beter investeren in autovrije stadscentra en fietssnelwegen zoals in Nederland. Autorijden duurder maken is ook geen optie want op die manier wordt dit enkel iets voor de beter bemiddelden. Dat is sociaal niet te verantwoorden.”
Kilometerheffing
Joren Polfliet uit Kruisem vult aan: “We moeten er komaf mee maken om de wagen te nemen om een kilometer verder brood te halen. De invoering van een kilometerheffing vind ik geen slecht idee omdat er zich enkel een capaciteitsprobleem stelt op bepaalde spitsuren. Maak autorijden duurder op spitsuren en zorg ervoor dat werkgevers flexibeler worden qua werkuren. Vliegtickets lokaal duurder maken is ook geen oplossing want dan trekken vakantiegangers naar andere luchthavens net over de grens zoals Rijsel en Eindhoven.”
Joren verwijst ook naar de belangrijke rol van bedrijven en overheden in het duurzaamheidsdebat. “Verder investeren in kerncentrales betekent ook dat die negen miljard niet kan gaan naar groene energie en we opnieuw minstens twintig jaar verder moeten inzetten op fossiele brandstoffen. En fijn stof is al zo’n groot probleem in België.”
Plasticvervuiling
Sibren Gadeyne uit Wijtschate wijst ook op het massale gebruik van het erg vervuilende plastic: “Dat moet op internationaal niveau worden aangepakt. We moeten evolueren naar een alternatief met maximale recyclagemogelijkheid. En daarnaast kan ook de wetgever hierin een rol spelen door bepaalde soorten plastic te weren en zwaarder te belasten. Vaak wordt plastic nu eenmalig gebruikt terwijl dat eigenlijk bedoeld zou moeten zijn voor duurzame toepassingen.”
Dylan D’Helft uit Lauwe vult aan: “Klimaat en duurzaamheid zijn geen zwart-wit verhaal. We moeten veel verder dan onze eigen voordeur kijken. Wat de plasticberg in de oceanen bvb. betreft: als klein landje kan België daaraan niet zo heel veel verhelpen want dat is vooral afkomstig van Afrika en Azië.”
Spoorinfrastructuur
Joren Verstraete uit Ingelmunster ten slotte vindt dat de overheid het gebruik van de fiets en trein meer moet stimuleren. “Maak de treinen goedkoper en zorg voor een betere infrastructuur. Nu zijn delen van ons land afgesneden van het spoor omdat het spoornet heel vreemd is opgebouwd. En stop alsjeblief met de kinderen naar school te brengen met de wagen als het makkelijk anders kan”.
Opleidingshoofd ecotechnologie Nele Pinket pleit voor een bewustzijnsverandering: “Vroeger gingen we met de vaste boodschappentas naar de winkel, nu zitten alle producten in verpakkingen, vaak plastic. We moeten ook weer leren om de fiets te nemen of te voet te gaan in plaats van meteen naar de auto te grijpen. Enkel op die manier kunnen we ook op lokaal vlak bijdragen aan duurzaamheid”.